In 2014 bedroegen de gemiddelde uitgaven van huishoudens in België net geen 36.000 euro. Ruim een derde ervan vloeit naar de woning. Meer bepaald: naar de huur (werkelijk betaald voor huurders of geschat voor eigenaars), kosten en energie-uitgaven, onderhoud en herstellingen, meubels, huishoudtoestellen en onderhoudsproducten.
Elk jaar spenderen we dus 12.500 euro aan onze woning. Dat komt overeen met een maandelijkse kost van 1.040 euro. De tweede grootste kostenpost wordt vertegenwoordigd door voeding en niet-alcoholische dranken: elke maand happen die samen 392 euro uit ons gezinsbudget.
83 procent heeft een auto
Maandelijks vloeit 365 euro naar transport. 83 op honderd gezinnen bezitten dan ook een auto. Persoonlijke verzorging en diensten zijn goed voor 323 euro, en cultuur en vrije tijd slokken elke maand 245 euro op. Restaurant- en cafébezoeken worden in het huishoudbudgetonderzoek afzonderlijk bekeken, en vertegenwoordigen maandelijks 195 euro.
Uit datzelfde onderzoek leren we ook dat Belgische gezinnen slechts 180 euro per jaar - ofwel 15 euro per maand - uitgeven aan opleidingen. 'Dat is niet verwonderlijk', zegt Erik Vloeberghs van de FOD Economie. 'Dat bedrag heeft immers betrekking op álle Belgische gezinnen, dus ook die zonder kinderen.' Binnenkort worden concrete cijfers gepubliceerd per bevolkingsgroep.
 Bron: Knack
http://moneytalk.knack.be/geld-en-beurs/sparen/belgisch-gezin-geeft-36-000-euro-per-jaar-uit/article-normal-612181.html